Wat gebeurde er in de winter… bij Druivenkwekerij Nieuw Tuinzight?


De lente is al helemaal doorgebroken, het was zelfs al een beetje zomer in het Westland. Vanaf mijn strandbedje op Bali denk ik terug aan mijn bezoekje aan Druivenkwekerij Nieuw Tuinzight, eind maart. Wat gebeurde er in de winter eigenlijk allemaal in die kas op de rand van het Westland en Midden-Delfland?

Hilde en Arnold Jansen ontvangen mij zoals de vorige keer weer hartelijk. En maar wat graag om me het antwoord op die vraag uit de (scherm)doeken te doen. Ik krijg een rondleiding door de kas, waar op biodynamische wijze druiven geteeld worden.
Hilde vertelt: “Ook in de winterperiode is er genoeg te doen in onze druivenkas. Na een korte rustperiode gaan we aan de slag met het snoeien van de takken van de druivenranken. Het blad is dan van de takken gevallen en alles wordt in de versnipperaar gedaan.
De versnipperde takken en bladeren blijven vervolgens op de bodem liggen als voedsel voor de ondergrondse werkers: de wormen. De poep van de wormen is weer de voeding voor de plant.”
Winterkou
Als we een rondje door de nog kale kas maken, zie ik kappen waar plastic en schermdoek gespannen is. Hilde legt uit dat dit twee functies heeft: natuurlijk om de warmte in de kas te behouden, maar ook om het werk te spreiden. Voornamelijk het intensieve krentwerk. Door de snelheid van de groei op deze manier een beetje te sturen kunnen de druiven voor de voet op gekrent worden.
Omdat er een aantal weken daarvoor door de milde winter al knoppen waren gegroeid, moest de kas toch vorstvrij worden gestookt, toen het later nog ging vriezen. Dit was nodig om de knoppen te beschermen. Het dubbele scherm bovenin ging dicht en dat was voldoende om de kwetsbare knoppen waaruit die heerlijke zoete vruchten ontstaan, te behoeden voor de winterkou.
Uitbreken en opbinden
Ook zijn Hilde en Arnold druk bezig geweest om de kleine uitgroeisels uit de dunnen, omdat deze de voedselstroom naar de druif teveel in de weg kunnen zitten. Dit wordt uitbreken genoemd.
De uitgroeisels zelf zijn weer voedsel voor de geiten en ook hun poep wordt weer gebruikt langs de oude druivenserre buiten.
Wanneer het kan, worden de uitgegroeide takken opgebonden om netjes geleid te worden langs de draad naar boven toe. Zo vangt iedere knop straks het nodige zonlicht om uit te groeien tot een mooie druiventros.
Overige werkzaamheden
De winterperiode is voor Arnold en Hilde ook een tijd van onderhoudsklussen in en om de druivenkas. In januari is er bijna geen werk te doen, in februari gebeurt het onderhoud en vanaf maart begint het gewaswerk. Het uitbreken en opbinden, het trosdunnen en dieven, en dat alles drie keer.
Ook de stammen insmeren met natuurlijke lijm tegen de lapsnuitkevers en het zaaien van goudsbloemen in de kas zijn klussen voor de winter. Het stuifmeel van de goudsbloem wordt weer voeding voor de Orius, de natuurlijke bestrijder van trips. Wanneer de trips op is, kan de Orius nog een tijdje op het stuifmeel verder leven totdat er weer trips te eten is. Deze manier van bestrijden met natuurlijke vijanden past helemaal in het plaatje van de biodynamische kwekerij en het onderwerp ‘duurzaamheid’.
Dieren
Naast de inzet van de ondergrondse werkers (de wormen) en de geiten, lopen er ook twee katten in en rond de kas. “Om de muizen te vangen, die anders de druiven opeten,” verklaart Hilde. Op de voet gevolgd door een van haar nieuwsgierige jonge katten, lopen we naar het deel van de kas waar het geitenverblijf is. Hilde voert de geiten en laat me trots haar moestuin zien, waar ze nog wat groenten en kruiden voor eigen gebruik verbouwt.
Heerlijke lunch
Hilde en Arnold blijken een heerlijke lunch voor me in petto te hebben, zoveel mogelijk gemaakt van voeding van eigen bodem. Ik laat het me goed smaken en het is ze weer gelukt me te inspireren.
Wat een heerlijke lunch en wat een heerlijke mensen zijn zij! Ik weet wel waar ik straks, vanaf eind augustus, naartoe fiets voor m’n druiven…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *