Fietsen … en eten op Bali!


De titel van dit reisverslag, dit uitstapje ver buiten het Westland, doet vermoeden dat ik op fietsvakantie op Bali ben geweest. Helaas… ik help je even uit de droom. Zelfs samen op de scooter hebben we maar aan de Balinezen overgelaten…

Fietsen

Fietsen op Bali is niet zo veilig, in dit land zonder verkeersregels waar de scootertjes je aan alle kanten voorbij vliegen en auto’s elkaar links, of rechts als dat veiliger lijkt, inhalen op te smalle weggetjes. Mij niet gezien om daar te gaan fietsen voor m’n eten.

Ik heb wel even gefietst over de ‘boulevard’ langs het strand van Sanur, een wandel- en fietspad dat je langs de vele hotels en restaurants leidt en langs winkeltjes, kleine marktkraampjes en visrestaurantjes in de haven. Dat kleine beetje fietsen deed niet veel voor mijn fietsverslaving, maar het was weer even heerlijk om te doen en zo meer van de omgeving te zien.

Eten

Eten heb ik natuurlijk wel (volop) gedaan, maar alleen in de door anderen in Trip Advisor aangeraden restaurants. De vele stalletjes langs de weg op Bali zijn namelijk niet zo betrouwbaar. Ook de Balinezen zelf zullen hun eten niet in ieder stalletje kopen, alleen als ze de persoon die het klaarmaakt goed kennen. Geen zin om met een voedselvergiftiging op bed te komen liggen, daarvoor was er teveel te zien op dit prachtige Indonesische vulkaaneiland.

Ik heb vreselijk genoten van het eten op Bali. De erfenis uit de Nederlandse koloniale tijd (misschien slechts een van de weinige positieve zaken die ‘we’ hier hebben achtergelaten) zit verweven in de menukaart van zo ongeveer ieder restaurant. Soms fout geschreven, maar het staat er echt in het Nederlands op de kaart: de rijsttafel. Een soep vooraf, rijst met verschillende vlees- en visgerechtjes en een toetje na en dat alles voor omgerekend nog geen € 6 per persoon. En lekker…!

Organic Farm

Hoe het komt dat het eten op Bali zo lekker is, heeft met een aantal factoren te maken. De gemoedelijke sfeer en de hartverwarmende vriendelijkheid van het bedienend personeel zijn factoren die zeker meespelen in de eetbeleving. Maar er is meer: Bali is een zeer vruchtbaar vulkaaneiland, waar alles groeit wat je maar kunt bedenken. Niets wordt geïmporteerd, alles komt van eigen bodem.

Zo leerde ik veel van een bezoekje aan een Organic Farm, een landbouwbedrijf waar vele verschillende groenten en fruit organisch geteeld worden. En organisch gebeurt het zeker, want laat die natuur op Bali haar werk maar doen. Overal om me heen zag ik velden met vele verschillende soorten groenteplanten en bomen met vruchten die rijkelijk groeiden onder invloed van de Balinese zon, de vruchtbare bodem en de regelmatige regenbuien die op Bali vallen.

Op mijn vraag hoe de regelgeving op het gebied van bestrijdingsmiddelen is, was het antwoord van onze gids, genaamd Made: “Wij hoeven geen gif te spuiten om insecten tegen te gaan. Wij bidden tot onze goden.”

Hindoeïsme

Het Hindoeïsme is het geloof waar Made over sprak. Overal op Bali zijn de invloeden terug te vinden: de duizenden tempels, de ceremonies die daar openlijk plaatsvinden en de offeringen die dagelijks op iedere plek van de straat worden gedaan. Kleine mandjes met bloemen, voedsel en wierookstokjes om de demonen gunstig te stemmen.

Voor elk onderwerp hebben Hindoes een god, zo ook voor de vruchtbaarheid van de bodem. Op verschillende plaatsen aan de randen van de velden staan kleine tempeltjes waar meerdere keren per dag offeringen worden gedaan. En het lijkt te werken, alles groeit en bloeit rijkelijk.

De goden staan voor Hindoes op nummer één. Gevolgd door nummer twee: respect voor de natuur. Hoewel plastic een steeds groter probleem wordt in de wereld en zo ook op Bali, de Balinezen doen er actief wat aan. Ze heffen bijvoorbeeld statiegeld op kleine flesjes, gebruiken natuurlijke stokjes als rietjes en organiseren competities tussen dorpen, wie het schoonste dorp heeft. Zo werkt onze gids Made regelmatig als vrijwilliger in zijn eigen dorp, door troep langs de weg op te ruimen en zo als bewoner mee te helpen aan een schoon dorp.

Rijstvelden

Bali staat natuurlijk bekend om haar rijst, die mooi in rijstvelden op terrassen in het glooiende landschap geteeld wordt. Tussen de rijstvelden staan her en der kleine stallen, waar koeien hun onderkomen hebben. Deze koeien werden voorheen gebruikt bij het ploegen van het land, maar dit gebeurt steeds meer machinaal. Ze hebben nog wel een doel: mest produceren. Er wordt dus geen kunstmest gebruikt bij de rijstteelt en ook bij de Organic Farm wordt koemest ingezet om de planten te voeden.

Een terras met rijstplanten kan drie oogsten per jaar voortbrengen. Daarna worden de planten verbrand, wordt de as hiervan uitgestrooid over het terras, krijgt de grond een tijdje rust, waarna opnieuw wordt ingezaaid. Op deze manier blijft de grond vruchtbaar en raakt het niet verarmd van vitaminen en mineralen. Een wetenschap die van generatie op generatie is overgedragen en strak wordt toegepast.

Handelsmissie India

Deze week is een Nederlandse delegatie op handelsmissie naar India. Ook het Westland is in deze delegatie vertegenwoordigd door Westland Marketing. De vraag die bij mij rijst, is: ‘Hebben wij Westlanders de wijsheid over het produceren van voedsel in pacht met alle tuinbouwtechnische snufjes, of kunnen wij ook nog heel veel leren van onze Aziatische wereldburen?’. Of wordt het een combinatie van beide daar in India? Ik ben erg nieuwsgierig met welke nieuwe kennis en inspirerende ervaringen ‘onze’ mensen weer thuis komen.

Op Bali zijn de Westlandse kassen volgens mij niet nodig. Het klimaat en de bodem zijn daar zo gunstig dat alles rijkelijk groeit en bloeit. Er zijn weinig nare beestjes te bestrijden en de goden helpen daarbij dus een handje. Ook over de export wordt goed nagedacht: het beste voedsel wordt onder de eigen bevolking verkocht, het voedsel van mindere kwaliteit wordt geëxporteerd. In Nederland wordt dit andersom gedaan, wat bij mij weleens vraagtekens oproept.

Waarom exporteren wij ons goede voedsel en worden bijvoorbeeld biologische tomaten weer uit Spanje naar Nederland geïmporteerd? Een vraag waar ik de komende tijd hopelijk antwoord op krijg door verschillende kwekerijen te bezoeken. En dit uiteraard weer met jullie te delen, zoals ik reeds in mijn blog over biodynamische Druivenkwekerij Nieuw Tuinzight deed.

Verlangen

Met een diep verlangen naar het heerlijke eten dat ik op Bali heb gegeten, begeef ik mij alweer een paar dagen in het Westlandse. De jetlag van 24 uur reizen en tegen de klok in vliegen, zit nog in mijn lijf, maar de eerste fietstochten langs de Westlandse stalletjes zijn alweer gemaakt. Zal ik maar een paar toko’s in de buurt aan de regiokaart gaan toevoegen en mijn kookkunsten verrijken met de Indonesische en Balinese keuken?

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *